Elke regio heeft zijn eigen uitdagingen, maar de rode draad door heel Europa is duidelijk: de aanlandplicht wordt een enorme kostenpost. Peter van Dalen: "Bij het vaststellen van het nieuwe Europese visserijbeleid is nauwelijks gekeken naar de economische gevolgen van met name de aanlandplicht. Daarom heb ik vandaag deze experts uitgenodigd om te schetsen, welke gevolgen zij verwachten."

Vanuit Nederland sprak Jurgen Batsleer over de situatie in ons land. Voor het extra sorteerwerk zijn gemiddeld twee man extra personeel aan boord nodig. Daarnaast is de verwachting dat 40% van de kotters eerder naar huis moet varen omdat het ruim vol zit. De totale extra kosten door de aanlandplicht kunnen voor de Nederlandse sector uitkomen op 25 miljoen euro per jaar. Van Dalen: "Dat komt neer op ongeveer 10% van de omzet van de kottervloot. Soortgelijke cijfers zien we ook in andere landen."

In de Engelse presentatie werd vooral stilgestaan bij de zogeheten 'choke species', verstikkende soorten. Wanneer het quotum voor een soort is opgevist, terwijl andere quota in het zelfde gebied (gevangen met zelfde tuig) nog niet volledig opgevist zijn. Dit verschijnsel kan in Engeland de visserij op Noorse kreeft in januari al stilleggen, of met maatregelen uiterlijk in maart. Maar ook voor soorten als koolvis, vleet en heek verwacht men grote problemen. De Deense hoogleraar Andersen gaf aan dat hij verwacht, dat de problemen met deze choke spieces hét probleem zullen worden voor de komende jaren.